Terwijl ik aandachtig luister
Naar de ruisende golven
Word ik langzaam bedolven
Door het schemerduister
En voel een stekende pijn
Terwijl ik in je ogen kijk
Koud en kil als de zee
Voel ik een intense heimwee
Naar ons verzonnen koninkrijk
Waar ik nooit meer zal zijn
Terwijl de zon weer verschijnt
Met haar warme, gouden stralen
Zie ik het donker op je neerdalen
Als je uit mijn gezichtsveld verdwijnt
Is mijn hart eindelijk weer mijn domein