Hoor daar, het geschal van de hoorn.
Spoedig voelt de vijand onze toorn.
Onze ruiters, rijdend met zwaard en schilt in hand.
De soldaten lopen daar, gewapend tot aan de tand.
Kraaien cirkelen boven de vijand's hoofd.
Dat zou een goed teken zijn, is ons beloofd.
Onze banieren hoog, gevangen in de frisse ochtendlucht,
Met z'n allen slaken we een diepe, misschien wel onze laatste, zucht.
De priesters geven ons nog hun laatste zegen.
met z'n allen gaan we onze zonde's na en gaan we onze hoofden legen.
Onze kapitein rijdt ons voorbij en geeft ons moed.
Met zijn laatste woorden, en wederom het geschal van de hoorn, lopen we onze vijand tegemoet.
Ik ben maar een simpele soldaat in dit grote leger.
Enkele maanden eerder was ik nog maar een simpele straatveger.
MY DESTINY CALL'S
OUR DUTY NEVER FALL'S