Het doet pijn.
De woorden spoken door me hoofd.
Jij wist veel over mij.
Ik had na een tijdje weer mijn hart open gegooid.
En weer dezelfde fout gemaakt.
Ik heb je mijn angsten laten zien.
En misschien ben ik wel te ver gegaan.
Mijn problemen kan jij ook niet oplossen voor mij,
dat snap ik best.
Maar je hoefde nog niet zo gemeen te doen.
Jij pakte me waarop ik het kwetsbaarste was.
Jij kende mijn angsten.
En gooide ze zo in mijn gezicht.
Jij weet dat ik onzeker ben erover.
Jij weet dat ik er niet in geloof.
Waarom moest jij het dan keihard zeggen
dat hij nooit van mij zou houden.
Als ik hem zie
Vullen jouw woorden mijn hoofd.
Word ik zo onzeker als de pest.
Nee, echt je word bedankt voor de woorden die je zei..