Een donkere kamer,
er brandt een klein kaarsje
in klein hoek je zit ze.
afvragend hoe het zo ver heeft kunnen komen
Het ging zo goed,
toch dat moment van zwakte.
dat zalige moment van rust,
gevolgd door het rood van bloed.
Tranen vol verdriet, spijt en haat
een blik op haar benen,
het zoveelste slagveld.
en ze weet dat het zo niet langer gaat.
Ooit zo vol met toekomst dromen.
In een oase van eeuwige rust
ligt ze vredig in de lichte kamer.
met dromen die nooit uit meer zullen komen.