ik ben niet verslaafd
mijn lichaam wel
aan alcohol dan nog
waar heb ik dat aan verdiend
ik heb er niet naar gevraagd
dronk van de dorst
een lauw flesje bier
verzeilde naar een frisse pint
met regelmaat en smaak
verlangde mijn lichaam
naar meer verfrissing
tot het niet meer zonder kon
vreemd, ik verzette me niet
tegen opkomende gewoonte
van gewilde dorst en de lust
om zalig dronken te worden
nu gewikkeld in gevecht
met mijn innerlijk omhulsel
dat niet ziek mag worden
haal ik de bovenhand
traag maar zeker
verdwijnt de dorst
naar gelukzaligheid
die niet bestaat in drank
het geluk ligt in ’t leven
bij volle bewustzijn
’t gevaar blijft loeren
de strijd : nog onbeslist