haha, ik, koning van de brokkenburcht
alleenheerser van de troonzaal en,
wat meer is, het slaapvertrek
gelukkig heb ik een chef kok, friturist
mijn kasteeldame is rijden met een ridder
een vreemde, die nooit aan mijn ronde tafel zat
dus ken ik hem hoegenaamd niet
ik verdenk hem ervan goede wapens te hebben
mijn, tot even geleden edelvrouwe,
liet zich verleiden plaats te nemen op zijn ros
om alzo over de ophaalbrug te galopperen
blind, een onzekere toekomst tegemoet
mijn harnas doorboort, mijn hart gekwetst
gebukt zit ik in mijn wapenkamer, verslagen
hang ik mijn wapens weg, onbruikbaar
in de burcht, voortaan genaamd ‘sadicon’