6 - 7 - 4
Deelnemer 6
Etaleur.
Sluipend beweeg ik mij
tussen voegen voort,
droom mezelf als paspop
zonder stil te staan.
Spiegels lichten op in
lemen behuizing,
aangeslagen ruiten
verraden herkenning.
Gevangen tussen muren,
kijkt iedereen mij aan.
Deelnemer 7
Dobbelspelen
de nachten houden nog steeds niet op
en over het zwart schijnt rode gloed
van bloed dat over levens spuit;
een voorbeeld zou ik het niet noemen,
maar wat er niet in zit, is eruit
ik hecht de pleisters die doorbreken
wat gave huid had willen zijn
en verdwijn in beelden van de zeges
die ik had moeten verdoemen
zou ik kunnen leven zonder pijn
de nachten houden nog steeds niet op
en ik verval in clichés van eenzaamheid
de gevangenis of weer terug naar af
heb ik het hier niet voor het kiezen;
ik adem dood tot aan mijn graf
Deelnemer 4
Huiselijkheid
soms lijken muren vrienden
maar veel vaker schaken ze vrijheid
verbergen het in de voegen
vlak onder gebloemd behang
ongemerkt als niemand kijkt
blijkt het beste ogenblik
als een thuis wordt benoemd
voor langer dan vandaag
alleen nog trage schaduwen
vloeien voorwaarts door de dag
waarin men zich geborgen waant
zichzelf tegemoet
1 – 9 – 5
Deelnemer 1
Bekentenis:
Lak aan alle regels en spellen
die me verstikken
tot benauwends toe beknellen
zwaar beledigd lap ik ze
aan mijn laarzen
zet ze vervolgens bij het vuil
Rebellie is mij niet vreemd
van huis en haard ontheemd
creëer ik mijn eigen thuis
spring dans huppel en stuiter
voor de ogen van hen
die mij beter kennen als vrijbuiter.
Deelnemer 9
Ochtendspitshumeur.
Ik ben daar niet zo van, van mensen
koud en nors op de perrons
zich verdringend voor de deuren
vechtend voor een zitplaats.
Ze klagen mij teveel.
Het is nooit genoeg, de wielen
draaien toch te langzaam
en hun stoelen zitten niet
goed.
Want wanneer niemand dan wil zien
hoe mooi de ochtendnevel zich spreid
zich uitstrekt tot de horizon,
witgrijs raakt aan het morgenlicht
kijk ik wel, namens al die mensen
te verblind door wat zo erg is
in hun ogen
zo raar, al wat mooi is
is een oogopslag ver weg.
Deelnemer 5
Mineur
verwende gedachten en zoete lach
elk sprookje in je macht
golvende lokken, zwierige houding
klein en lieflijk, puberaal wellicht,
paraderen alsof en net echt
vormen weggedreven naar nergens
willens en wetens een pose
grandeur inclusief applaus
met een denkbeeldige wereld aan je voeten
onervaren in liefde, leven en geluk behouden
ervaren op het toneel met steeds hetzelfde publiek
maskers dragen is geen kunst