Een tocht vol fluister maakt zich op,
de held gevallen,
een feilloos verleden, verdwenen in het nu.
Enkel vragen resterend,
in een hoofd vol pijn.
Ik vroeg me af waarom het zo moest zijn.
Luttele seconden,
vormen momenten,
ver los van elkaar.
Met telkens dezelfde boodschap.
Huist in elke hoek dan echt gevaar.
Avonden zoals vele andere,
vol van een lach en wat vertier.
Alleen sloeg de klok toen wat anders,
Ik was nergens daar, en jij niet meer hier.
Een nieuw nummer gevallen,
het tikken van de klok,
bracht me naar het laatste uur.
Zoveel twijfel, en wanhoop op den duur.
In een wereld als deze,
is tolerantie niet langer tolerant,
Gaan in donkere nachten,
angst,
liefde,
en geweld,
telkens hand in hand.