De prins op het witte paard,
kwam statig aangereden,
omringt door de hofhouding,
in vol ornaat.
En als zijn koninklijke voeten,
de grond betreden, is het de tambour,
die een roffeltje slaat.
In plaats van een burcht,
treft hij een klein huisje,
de raadsman die zich naar voren wurgt,
zegt: "Sire, hier moet U zijn".
Sierlijk klopt hij op de deur,
die wordt geopend door een vrouw,
"ik kom sneeuwwitje een kus geven",
waarop zij zegt: "maak het gauw"!
"Er is geen prinses die hier woont,
alleen mijn dochters en Assepoes,
dat vieze kind"!
De prins gelukkig goed gekroond,(Gemutst),
kijkt en wuift wat nochelant,
naar zijn adviseur en zegt: "Weet je vrind",
we zijn in het verkeerde sprookje beland!