In ijzigheid en vriesgrond
Graven naar de winterzon
Daar achter die horizon
waar de liefde ooit begon
De sneeuw bedelft haar schoonheid
Met sprankelwit en zaligheid
Met vriezend koud en eeuwigheid
Alsof de liefde ooit verslijt
Het regent, smoddert en al dat geen
Lagen van modder en kussens van steen
De sneeuw is niet puur zoals voorheen
Kan liefhebben ook hier doorheen?
Het winteren zorgt voor kippenvel
Als zelfs de haat zegt ‘ ik red het wel’
Redt uiteind’lijk slechts zijn eigen vel
Is het koesteren wel zo’n simpel spel?