Ik wil ze wel weer voelen. Warme lippen en zachte handen.
Van die dromen die blijven zweven ook al weet je dat ze zijn, van die gedachten die zitten en niet weggaan omdat je het stiekem niet wil. Ik mis het gegil, die avonturen in het donker. Ik mis de handen net iets te ver en de woorden net iets te weinig. Matrassen op de grond en deuren in de gang. Zo ver weg gevlogen en eerlijk voor niemand bang want lieverd nachten duren oh zo lang. Het is niet gelogen, hoe vaak ik ook niet kom en niet zal komen mogen. Wanneer je met je hoofd verstopt zit in een eigen werkelijkheid ben je de realiteit zo snel kwijt. Want donkere plekjes houden zachte momenten warm en geborgen. Voor je eigen avontuur zorgen en stenen tellen op straat. Ik weet waar het op staat, maar laat me nog even denken. Ik heb je gehoord, ik heb je gehoord, smaken verschillen. Maar ik wil soms gewoon je mond op de mijne en je handen om mijn billen. Want dat is fijn. Zo groot in de avond en in de morgen veilig klein.
Als dromen flink gebogen en verloren zijn,
en dan weer slapen mogen.