fiets ik door het bos,
huiswaarts,over dorre bladen
sommigen bedekt met mos,
voel ik me wazig,
op de weg gericht,
mijn ogen,
vallen langzaam dicht,
in blindheid,
fiets ik verder,
op gevoel,
fiets ik toch pardoes
ineens een heuvel op,
vallen en opstaan,
probeer ik weer op mijn fiets
te stappen,
komen twee man me helpen,
'doe je ogen open en trappen!'
alles wordt me even duidelijk,
vervolg ik de weg,
koers ik zuidelijk,
ineens stopt de weg,
val ik in een vijver,
strompel ik eruit,
m'n vervelende ogen,
wijzen de twee me hoofdschuddend
de weg,
voel ik me onzeker,
toch blij om het te zien zeg,
en weet ik niet,
of ik het pad heb genomen,
of dat ik uiteindelijk weer in de vijver
terecht zal komen!