Loslaten of vasthouden.
Ik weet nog wel,
Dat jij van mij hield.
Vraag me af of ik zoveel verkeerd deed.
Want waarom behandelde je me zo?
Je had me niet zo moeten behandelen.
Maar waarom kon ik dan niet boos op jouw blijven.
Telkens als jij geen antwoord gaf.
Me losliet en me dan weer vast pakte.
Ik gaf mezelf de schuld.
Kon jou geen schuld geven.
Kon niet boos op jouw blijven.
Ging alles op mezelf betrekken.
Ik kon je niet loslaten.
Hoe graag ik het ook wou.
Want hoe gemeen je ook deed.
Jij was het van wie ik hield.
Nog nooit zoiets gevoelt.
Ook al wist ik van te voren,
Die liefde had geen kans.
Ik vergaf je het elke keer.
Totdat ik het helemaal zat was.
Iets waar ik niet tegen kan is andere mensen laten zitten.
Als je dat bij mij doet, dan is dat zo.
Maar je liet andere mensen zitten.
We hadden op je gerekend.
Je hebt geen normen en waarden!
Ik heb je boos opgebeld.
Maar dat maakte jouw boos.
Je sprak niet meer met mij.
En ik had geen andere keus om je los te laten.
Ik zou moeten zeggen dat, dat het beste is wat me is overkomen.
Maar het punt is.
Dat ik dat zo niet voel.
En hoewel ik je al een tijdje niet meer spreek.
Soms dwalen mijn gedachtes naar jou af.
En vraag ik me af of het allemaal mijn schuld is.
Terwijl ik zelf ook ergens wel weet dat jij ook een grote schuld in hebt.
Maar op een of andere manier kan ik dat niet begrijpen.