Eer ik de kamer van het onbekende
zwart zal binnentreden.
Worstel ik mij door de hagelstorm
van angst en ongeloof.
En rijdend op het paard van pijn
draai ik mij nog éénmaal om
naar de gouden zomers van weleer.
Daar.. waar ik even meende voor
altijd onsterfelijk te zijn.