De klopgeest in borstkassen, op het ritme van de tijd
stuwt bloed door aderen in goede banen geleid.
De koning onder de organen blijft hij onverschrokken,
in dienst van de keizer, immer loyaal doorkloppen
totdat hij vergezeld door de laatste zucht, onheroepelijk zal stoppen.
Thans geen machtig keizer die dit noodlot ontkomt
toch tot die tijd vloeit het bloed nog vrolijk in het rond.
Afgezien van de uiterst vitale fucties van onze rode koning;
Zou het een schande zijn het te laten bij zijn lichamelijke bekroning.
Zodoende stel ik voor dit nader voor u uiteen te zetten.
Geen scalpel doorklieft vlees zo diep, noch het zal dat ons beletten
om het poëtisch hart zorgvuldig bloot te leggen als de ziel op tafel.
De pen; mijn mes, schetst de eerste sneden waar ik haar ware aard aan ontrafel.
Zo is het biologisch hart toch vreselijk interessant,
maar heeft in werkelijkheid maar weinig met het poëtische verwant.
Want zij, alleen zij, verbindt ons aller harten in menselijkheid,
alsmede zij gevuld is - in het beste geval - met liefde en genegenheid.
In haar zetelt de oergeest van de emoties, de ware krachten
van het innerlijke wezen schuilen hier en trachten
de bezeten levenden met enige diepgang te vervullen,
omwille zij anders niets anders dan een machine met een brein betreft.
Het brein slechts daar om onze gedachten te verhullen,
waar als het hart hardop spreekt zich ver boven het brein verheft.
Haar stem duizend maal sterker en luider dan Wil of Rede ooit zullen spreken,
maar! wie haar niet uit liefde kent heeft haar nooit begrepen,
ofschoon nooit gekend, want zondermeer is furie een zeer sterk gevoel,
toch word zij niet verkregen in het hart, zij is de ranzige modderpoel;
zij huist in de donkere moerassen van de Rede die haar waanzin tot haat herleiden.
Haat steekt het hart de ogen uit, berooft het van wat hem ooit heeft doen bevrijden.
Toch eens zullen ze weer zien, wellicht te laat, misschien wel nooit,
maar voor allen die haar ware aard kennen, zich vanuit hun hart hebben ontplooid,
zijn gezegend met het respect voor gevoel, laten zich gerust leiden
door de bonkende vlam in hun binnenste en gebruiken het brein om slim het leed te verkleinen.
Want er is geen hart die deze wereld zonder lijden achter zich liet,
duidelijk voelbaar in het diepst van het hart: berouw, medeleven en intens verdriet.
Wees er maar blij mee, want een gelukkig hart voel je niet.