Jij,
olifant,
in een porseleinkast.
Temidden van
mijn kostbare
alles.
Geruisloos gestamp
van je vederzachte
olifantenpoten.
Vernietigend.
Alles verwoestend.
Maar niet expres.
Had ik je maar nooit
binnen gelaten,
want wegsturen,
kan ik je niet.
Jij,
porseleinen olifant.