In haar vlucht naar de aarde
Ziet de vogel
Dat ze reeds gestorven is
En ze vliegt terug, terug naar boven
Naar de zon die op haar wacht,
Verdrietig
Haar stralen strekt
En rouwt om de vergane aarde
Terwijl de vogel
Ach, zij,
Ze vliegt
Nietsvermoedend.