Mijn eigen imperfectie maakte mij, en wat ik
maakte, deed en zag. Ja, zelfs bij wat ik heb
gezien bij alle mensen om mij heen; in alle
mensen waar ik ooit om, ben geweest.
Vanwaar ik zit – vanuit het hier begin. Mijn
analyse van de wereld, voltrekt zich, stap
voor stap. Terwijl ik weet dat zij mij
in zich opneemt en bekijkt, neem ik haar
tegelijkertijd ook op in mijn verslag.
Besef ik dat ik, in mijn eigen imperfectie
de wereld om mij heen altijd heb gezien
als perfect, of meer, dan dat. En ontdek
ik nu pas, al tijden na de hypothese,
dat iedereen de wereld zo bekijkt
vanuit zijn eigen imperfectie. Mijn conclusie
is dus feitelijk nooit echt waar geweest.