Uit het leven
De motorvakantie was een verrassend succes.
Te meer omdat het met moeder en zus was
waarmee ik via via naar Italië reisde.
We lagen elkaar niet zo goed, mijn zus en ik, in die tijd maar
ik liet me niet opnaaien en al helemaal niet be-twee-moederen.
Uniek was het wel: drie vrouwen op een motor.
Dat was sportief, vond men (en dat terwijl ik als jogger voor uitslover werd uitgemaakt).
Maar goed: ‘sportief’ kan op meerdere manieren worden uitgelegd.
Wat ik minder sportief vond waren de grenspostbewakers:
Toen was ik zo sportief om de contactsleutel om te draaien. Afgelopen.
Aangekomen op de plaats van bestemming begon het al.
Maar goed, sowieso eerst dat wat we gebruikten
’s Avonds begon al goed. Hozen als een gek en stormen
binnen, dus geen centje pijn. Totdat de luiken toch maar
Dat mocht ik dan doen. Nou, dat lukte dus niet en ik werd
Dat was schrikken.
Toch moesten die dingen dicht, dus werd er van alles aan elkaar
Na veel moeite waren ze dicht en ik bezweet.
Even later kwam er iets met een rotklap naar beneden
Niets te vinden.
De nacht was onrustig maar de ochtend stralend,
Nou, daar kwamen we wel van terug toen we eenmaal een
Onze zwemgedachten voor het lago konden we gevoeglijk
En het was een puinhoop.
iemand die zijn auto probeerde te redden.
Na veel pijn en moeite bereikte mijn vader ons.
toen we niet bereikbaar waren. Wisten wij veel….
De vakantie verliep verder aangenaam en zo halverwege
Binnen zag het er gezellig uit, maar we waren wat vroeg,
Nadat we besteld hadden bespraken we wat we verder nog zoal zouden gaan doen.
Daar konden we het heel lang over hebben want de bestelling liet behoorlijk op zich wachten.
Hè hè, de bestelling. Het zag er allemaal lekker uit: spinazie à la crème, rauwkost, patat en vlees.
Alles was goed op temperatuur en we begonnen met smaak te eten. Storend was wel dat de serveerster weer op een meter afstand
We begonnen te giechelen en grapjes te maken.
Nadat er nog een aantal gasten waren binnengekomen besloot
verdween de schaal met friet.
Ik greep in en zei dat we nog niet klaar waren en die friet wilden hebben. Tot onze stomme verbazing kieperde ze een deel van de friet bij mijn zus op het bord en het laatste restant
bij mijn moeder, waarna ze vertrok.
We keken elkaar aan en schoten in de lach. Ze zullen wel niet genoeg schalen hebben voor zoveel gasten (zeven in totaal).
Na een paar minuten… daar stond ze weer. De hilariteit begon groteske vormen aan te nemen.
Op een gegeven moment legde mijn moeder haar bestek even neer, je weet wel, zo aan elk van kant van het bord een,
Tja, en toen letten we even onvoldoende op en was bord inclusief bestek verdwenen.
Mijn moeder wilde niet moeilijk doen en liet het erbij, maar het lachen begon buikpijn te bezorgen. We konden er niet eens kwaad om worden, zo vreemd verliep dit alles.
Toen begon mijn zus een vies gezicht te trekken en vroeg mijn moeder wat er was.
‘Ik moet niesen’, zei ze, ‘maar durf mijn bestek niet neer te leggen.’
Als op commando legde ik mijn handen op haar bordrand en nam mijn moeder haar bestek, waarop we de serveerster goed in de gaten hielden.
Je had dat gezicht van dat mens moeten zien. We kwamen niet meer bij en lagen lachend over tafel. Het was echt verschrikkelijk.
Toen we eenmaal besloten klaar te zijn met de vraag of we nog een toetje zouden nemen, zeiden we: nè, laten we dat maar niet doen.
De serveerster kon eindelijk de rest afruimen met een gezicht alsof het weer donderde en ik vroeg om de rekening.
In het buitenland was ik altijd degene die afrekende.
‘Nou’, zei mijn zus, ‘dat wordt geen fooi., maar mijn zus geeft altijd fooi, verdient of onverdiend.
Ik rekende af en keek naar mijn moeder die de serveerster observeerde.
Toen deze met een zuur gezicht vertrokken was en wij gierend van de lach bij de motoren stonden, zei ze met een nuchter gezicht: ‘Nou, volgens mij was ze over de fooi ook niet te spreken’.
Ik zei: ‘hoezo fooi? Je denkt toch niet dat ik die trut een fooi gegeven heb?’
We lazerden haast over de motoren heen van de lach.
Feit was: het eten was bijzonder lekker, terugkomen wilden we wel maar durfden we niet meer en de buikspieren waren getraind als nooit tevoren.
Indy Toma
spring-in-het-veld: | Donderdag, mei 27, 2010 22:49 |
hihihi indy gonzales :D miep miep vrooooooommmm poing poing poing poing poing |
|
Marousia: | Donderdag, mei 27, 2010 19:53 |
Heel beeldend neergezet zie het zo voor mij. Graag gelezen dit. Liefs van Marousia | |
Indy Toma: | Donderdag, mei 27, 2010 17:42 |
Sinds ik de hond heb, heb ik de motor aan de kant gedaan: hij weigerde een helm te dragen en ik had geen ruimte voor een zijspan. Maar ik heb zo n 28 jaar gereden. | |
Lion10cc: | Donderdag, mei 27, 2010 17:35 |
mooi je bikersgedicht Indy zelf ben ik ook een bikefreak ik rijd bijna 20 jaar met enkel brommers en motoren graag gelezen vriendelijke groet Leon |
|
Auteur: Indy Toma | ||
Gecontroleerd door: | ||
Gepubliceerd op: 27 mei 2010 | ||
Thema's: |