Geld
Geld is een betaalmiddel.
Geld is een smeermiddel.
Geld is soms smerig.
Geld is leven.
Zonder muntjes of flappen kom je niet ver.
Het is nodig voor onderdak.
Zonder geld heb je geen eten.
Het is nodig om te overleven.
Met geld kun je onderhandelen.
Met geld kun je iemand maken en breken.
Met geld kun je macht uitoefenen.
Met geld kun je veel voor elkaar krijgen.
Maar geld wordt ook misbruikt.
Geld wordt zelfs gestolen.
Met geld kun je dreigen en manipuleren.
Geld wordt zwart gespaard.
Maar alleen met geld kun je leven!
Met geld koop je kleren.
Met geld koop je een auto.
Met geld koop je soms zelfs mensen (om).
Geld is nodig om te overleven.
Maar waarom heeft de één meer dan de ander?
Sommigen hebben echt te weinig.
Anderen veel te veel.
Tot aan je dood heb je geld nodig.
Nadat je dood bent, heb je er echt niets meer aan.
Transformeer je geld dan ook op tijd.
Want het is alleen maar van jou zolang je leeft.
Ulfert J Molenhuis