Bedrogen.
Ik schaduw de schaduwen,
van een schaduwlozen.
Ik drink het drinken,
van de drinkenlozen.
Ik schuur de schuren,
van de schurenlozen.
Ik reis de reizen,
van de reizelozen.
Toch is het raar,
maar ook zo duidelijk.
Ik openbaar,
een wereld zo rijk.
Maar toch ook,
o zo arm.
Stikkend in rook,
het vuur te warm.
Handen worden terug getrokken,
richting de zakken van de broek.
Voelen wij ons niet betrokken,
afwachtend en toekijkend van achter een hoek.
Blablablablabla,
en maar klagen,
blablablablabla,
niet meer te verdragen.
NOS journaal,
nog zo'n taal.
Één bestaand uit licht en geluid,
verzorgen trillingen door de huid.
Geloven wij wat te geloven kan zijn,
toch is het misschien een leugen zo voor de gein.
Traps gewijs op het goede spoor,
dus pas maar op we hebben het door.
Steeds meer zien in,
wat ingezien moet worden.
Naiefiteit in de zin,
tot het de hersens door borden.
En zo niet,
doe je ogen dan open.
Om dit te moeten zeggen doet mij verdriet,
maar eerlijk, we worden bedrogen.
-Stralende pijl, vanuit de buurt van Venetië-