Verlangen.
Je verlangens zijn soms te erg aanwezig, vooral als je weet dat je iets moois verloren bent.
Iedereen om je heen is opgelucht dat het er toch niet is.
Vooral je partner is opgelucht.
Maar jij?
Jij heb nog steeds je verlangens.
Jij wil graag dat deze werkelijkheid worden.
Was het maar niet mis gegaan dan was je droom uitgekomen.
Was het maar niet mis gegaan en jij had je verlangen in de armen kunnen sluiten.
Was het maar niet mis gegaan en jij had je verlangen aan iedereen kunnen showen.
Was het maar niet mis gegaan en jij had je verlangen een slaapzacht kusje kunnen geven.
Jij had je droom waar kunnen maken, en er goed voor kunnen zorgen.
Iedere keer als je overtijd bent hoop je dat je verlangen er zit.
Iedere keer spelen de gedachtes in je hoofd over het verlangen.
Het verlangen zit in je hart in je hoofd maar helaas nog niet in je lichaam.
Je kunt nergens anders meer over denken en praten.
Zelfs met je vriendinnen heb je het er over.
Maar je partner?
Nee hij wil er nog niet aan denken.
Logisch natuurlijk.
Maar jij?
Jij denk daar anders over.
Je ziet mensen lopen, je bent jaloers.
Waarom hun wel, waarom is het bij jou mis gegaan.
Is er iets mis met je lichaam?
Ooit komt de dag dat je hier achter komt.
Maar ondertussen zie je de mensen lopen en wens je niets liever
dat dit jou ook gebeurt en er over praten kan.
Iedereen is opgelucht
Jij zit nog steeds met het verlangen, de gedachtes, de gevoelens.
Ooit zullen die 3 dingen werkelijkheid worden, maar je bent nog steeds in
gedachten bij die ene. De verlangen wat jij graag wil laten uitomen
*Miskraam 29-01-2010*