Zij gaat en staat,
zonder te vallen.
Het duister van de nacht,
verbloemt haar schoonheid.
In poging haar te laten struikelen,
haken velen af.
Alleen dat maakt,
haar nog geen doorzetter.
Het falen van de ander,
laat haar niet uitblinken.
Ze zoekt een tegenstander,
een stok achter de deur.
Want ze wil zo graag
verliezen!
Verdwalen!
Fantast in hart en nieren,
waar ben je?