Onder invloed van de zee…
Dit vale is maar een eng gevoel, de zon schijnt nooit meer, kent geen kracht om mijn gedachten te onthullen.
Op straat lopen de laatste toeristen kriskras door elkaar.
De ferry van half tien is reeds een kleine stip geworden
als ik nog eenmaal zwaai.
Het is te onnozel voor woorden, en ik krijg er niets voor terug, maar ik warm mijn handen aan de blije gezichten die er op zitten.
Uit de noodzaak van het leven blijf ik stilstaan bij een man die garnalen voert aan de meeuwen, alhoewel verboden kijk ik naar dit schouwspel. Niet uit medelijden maar gedreven door de wil om ook te kunnen vliegen denk ik bij mijn eigen.
Met een schreeuw verdrijf ik de gevleugelde demonen van het plein, mijn wil is te zwak om hier tegen te vechten. Deze ziekte liegt, en ik sterf een meervoudige dood.
De regen zingt haar lied, ze brengt me verder naar December, hier wil ik eigenlijk niet zijn.
Ik stop bij Luna en sla aan het mijmeren, ze geeft me een kus en ik bedank de goden die over deze parel waken. Dank u wel, toch blijf ik alleen met al mijn levens vragen.
Misschien verdrink ik in het infantiele, misschien ben ik zo achterlijk om te begrijpen dat dit leven slechts een voorproefje is van wat ons werkelijk te wachten staat.
Maar dan kijk ik naar Luna en weet dat er ergens toch wel iets moet bestaan, maar wat, daar is het raden naar!
“In deze stad worden nachtmerries geboren onder invloed van de zee” zeg ik haar en meewarig schudt ze haar knappe kopje. “Dag schat” roept ze me na als ik me weer verder sleep.
Mijn voeten dragen me verder in de branding van de grijze eminentie,
de kraag hoog opgezet.
Een versleten mensenkind, die naam onwaardig…
esteban 7 November 2010