Brandt de netels op mijn huid
laat blaren met vocht vullen.
Ik heb niets te verhullen ook
geen pijn.
Mijn ziel kan vliegen
door de tijd, zweeft
naar waar eeuwigheid
zich heeft genesteld in
mij.
Ze wenken mij kom
naderbij,
jouw naam is hier gekend.
De knevels zijn van je lijf,
je bent vrij.
Zie onze cirkel van twaalf
waaruit sterren worden geboren.
We zullen met de gouden lans
jouw zwaartekracht doorboren.
Zweef met ons mee op de fluistering
van duizenden zielen
die jou zijn voorgegaan.
Uit adem ben je voortgekomen,
gevuld zo zuurstofrijk.
Nu is het moment gekomen
dat laatste adem jou laat
thuiskomen.