en waar droom je over als niets blijkt te zijn wat je dacht
wanneer liefde slechts lust was, achteraf, en altijd al
maar je te schijterig was om ernaar te vragen
want stel je voor dat het geen liefde is, zoals nu
dan jank je de ogen uit je kop, snotter je je neus rood
zegt iedereen dat het wel gaat en je goed op weg bent,
maar er is slechts keus tussen verraad aan mezelf
of vluchten voor jou
dan droom je niet, je slaapt dat wel, maar bij het ontwaken
slaat de waarheid altijd hard, een pijnlijk hart en donkere wallen
die je probeert te camoufleren, wat nooit lukt, nooit
word je meer zo mooi als toen je dacht dat hij van je hield