Waarom zijn er zoveel spiegels?
Spiegels van onzekerheid.
Door al die spiegels op de wereld,
Ben jij degene die eronder lijdt.
Je ziet jezelf als een monster dat,
Anders is dan de rest.
En door die spiegels wordt je leven,
Heel erg hard getest.
Je haar is veel te dun,
En je ogen moeten blauwer.
Je wimpers zijn te kort,
En je buik die moet wat nauwer.
Je nagels moeten groeien en,
Je benen zijn te dik,
In conclusie, je hebt geen vel,
Waarin je lekker zit.
En als er nou geen spiegels waren,
Geen reflecties van jezelf.
Zou je dan ook lelijk zijn?
Een trol maar zeker niet een elf?
Zou je dan wat mooier zijn?
Een model die uistraling heeft?
En niet een lelijk eendje,
Die in onzekerheid leeft?
Die spiegels zijn niet van glas,
Maar van magische krachten.
En in die spiegels zitten duivels,
Die telkens maar weer lachen.
Ze lachen als ze van je winnen,
Als je weer eens huilen moet.
Ze genieten van hun krachten,
En hun sterke machtige invloed.
Ze willen dat je lelijk bent,
Dat je niet van jezelf houdt.
Dat je denkt dat je van brons bent,
Maar zeker niet van goud.
Dus denk niet dat je lelijk bent,
Zorg niet dat je ervan lijdt.
Vecht tegen de spiegels,
De spiegels van onzekerheid