Een rustig kabbelend beekje,
De zon op mijn gezicht,
Verdriet begint te vervagen,
Houdt op met mij te plagen,
Ik zie weer het licht.
Zacht heen en weer deinende bloemen,
Een vlinder fladdert rond,
Zou mijn pijn ophouden te bestaan,
Zou het eindelijk weg gaan,
Alsof het nooit bestond.
Kijk af en toe nog naar het grauwe,
Maar toch zodat ik niet vergeet,
Het leven is om van te houden.
Zie een aantal schapenwolkjes,
En toch de heldere blauwe lucht,
Ben geland op zachte watten,
Ik kan maar niet bevatten,
Ben ik hier nou voor gevlucht?
Keer mijn verleden de rug toe,
Laat het licht weer toe in mijn leven,
Leer opnieuw hoe ik moet genieten,
Stop eindelijk met tranen vergieten,
Gelukkig zijn is mijn streven.
Kijk af en toe nog naar het grauwe,
Maar toch zodat ik niet vergeet,
Het leven is om van te houden.