ik ben verdeeld in vele delen,
en niemand die hen ziet.
niemand die hen hoort,
toch krijg ik van vele de stempel gestoord.
niemand die begrijpt,
dat ik er moet mee leven.
en er veel zou voor geven,
om eens normaal te zijn.
het ene deel wil kwaad,
het is men duistere zaad.
het andere deel wil goed,
en geeft me steeds weer moed.
ik zou graag vrede willen,
en mijn innerlijk stillen.
gedaan met nare dromen,
gedaan met nare gedachten.
gedaan met mij te versmachten.
niet meer het geroep,he jij bent raar,
nou het is wel waar.
ik wil met hen samen leven,
al die delen van mij.
maar ze laten mij niet vrij.
ik wil mezelf tot één geheel maken.
maar ze willen niet,
en ik vind de rem niet.
ik deed dit ooit starten,
ik heb ze gecreeerd,
en heb me zo verweerd.
gecreeerd om te overleven.
maar nu moet ik met hen samen,
onze smartende tranen.
samen laten vloeien,
samen verwerken wat er gebeurt is in 't verleden,
en dat we nu leven in het heden.
IK LINDA MOET DE DIRIGENT ZIJN.