De Boom
Tegen't zonlicht gehangen
takken als een voile van goud
Aarzelend bevangen,
raak ik aan het hout.
Ik heb mijn handen om jouw schors gelegd,
en zacht bevoeld zoals een blinde tast
De diepe barsten in jouw bast betast
Het braille dat op de stam is ingelegd.
Het is een oud verhaal dat hier geschreven staat,
het gonst jouw naam als in een lied.
Ik maak mij los zo vreemd verward,
zoveel nog hier, alleen wij samen niet.
(voor Joop)
Nena