De wereld rondom mij stort in
gebombardeerd door negatieve berichten.
Ik duik weg voor het puin,
hopend niet te worden getroffen door de brokstukken.
Ik kijk toe hoe collega’s worden ontslagen als worden ze terechtgesteld
terwijl anderen door onzekerheid worden gefolterd.
Leidinggevenden vallen van hun voetstuk
en de geur van angst verspreidt zich door de wandelgangen.
Ikzelf ben slechts een machteloze toeschouwer
afgedekt en beschermd door een tribune.
Het stof van de vernieling trekt traag op
maar laat zijn sporen na in mijn gedachten.
De werkvloer ligt in puin, bezaaid met lege stoelen.
Schrijftafels en computers blijven achter als lege huizen.
Langzaam maar zeker doen nieuwe rekruten hun intrede
en het vertrouwde rumoer zwelt terug op op onze arbeidsmarkt.