In het schemerend aanwezig zijn valt niet heel veel meer te zeggen dat wat losse flarden die aan elkaar geplakt worden tot zinnen zonder enige betekenis; maar is dat dan een reden om mij een verwijt te maken, mij de oren uit te vegen zo te zeggen in een roep om schaamte op te wekken vanwege het feit dat ik misschien zulke lange zinnen maak dat aan het einde het begin al in het langetermijngeheugen rest?
In het schitterend afwezig zijn valt helemaal niet meer te zeggen dan een aantal clichés die uit het verband moeten worden gerukt om de betekenis ervan te ontwaren; maar is dat een reden om jou kwalijk te nemen, jou de les te gaan lezen om het eens anders te brengen in een roep om aanhankelijkheid vanwege mijn vraag om he woordeloze, zodat ik in de armen van jouw samenzijn mijn langetermijngeheugen verlies?