weet je kennis
het weetje gekend
dat de beste het best
besbest bestessen
maartse lachjas geen zorgen
kenkunkonketkoeker
ik tegen die koeker
zeg koeker
kun jij koeken
en die koeker tegen mij
maar natuurlijk kan ik koeken
ik ben dan ook een koeker
fijn zeg ik dan
koekje een koekje meekoekjes
waardoor ik op dit moment
moet wachten op kruimels
van de koekjeskoekenkoeker
lieve koeker
alsjeblieft
koek het koekje voor mijn koekje