Hoezee, schalt de dronkaard en viert
zijn vrijheid in drank. Ik heb mijzelf gevonden!
Althans, mijn lippen, de mond waarin
ik de wijsheid giet!
Hoera, schalt de kruimelaar en viert
zijn feest met gestolen stuivers. Ik heb!
Maar van mij is het niet,
en zal nooit zijn.
Ho maar, schreeuwt de schilder
zijn kwast geklemd tussen dag en doek!
Dit is niets, het is vreselijk
en allemaal van mij.