Deze nacht moet ik wel waken,
Over zovele zaken.
Want nu meer dan ooit,
Leef ik in het land van dromen.
Alleen ben ik klaarwakker,
Want ik moet wel opblijven
Om mij mijn dromen te wijden.
En nooit en nooit zal ik versagen,
Tijdens de lichte dagen.
De lichte dagen waarop mijn dromen
Gestalte krijgen.
Als nachtelijke krijgers gehuld in het
Harnas van zonnelicht,
Slaan mijn dromen toe
In een nietsvermoedende wereld.
Want ik brak de nacht,
Terwijl de rest van de wereld lacht
Om haar eigen dwaze dagdromen.