ik ben veroordeeld, zit m’n straf uit, voor hetgeen ik heb gedaan
ik zit alleen, met honderd anderen, er zitten tralies voor mijn raam
dit is mijn straf, ik zal het dragen, over honderd dagen ben ik vrij
maar met elke dag, die ik aftel, wordt ik weer een stukje minder blij
ik ben bang, dat als ik vrij kom, jij er dan niet meer zult zijn
dat je weg bent met een ander, en ik blijf achter met de pijn
moet ik dan eindeloos blijven boeten, voor hetgeen ik heb gedaan?
want zonder jou is er maar een ding; dat is een uitzichtloos bestaan
ik heb geleerd, ik heb geleden, ik heb maar ene grote wens
oordeel mij niet op deze misstap, oordeel mijn leven als een mens
laat me bewijzen wie ik echt ben, wees niet bang, ik doe geen kwaad
kom naar me toe en deel mijn leven, straks is het misschien te laat