Kijk naar je van een afstand
je lachende gezicht
de kuiltjes in je wangen
waar iedereen voor zwicht
Ik luister van een afstand
Naar jou, grote filosoof
naar je spannende verhalen
die iedereen gelooft
Kom neem nog maar een rondje
roep jij, terwijl je lacht
we gaan tot aan het gaatje
gaan door, de hele nacht
***
Maar dan zoek ik je ogen
maak met moeite het contact
en zie een kleine jongen
zelfvertrouwen zo geknakt
Die wel zou willen gillen
maar is vergeten hoe het moet
dus een glimlach en een grapje
dat werkt altijd zo goed
En in mij is het kleine meisje
al lang naar je toegerend
hart vol van de kleine jongen
die zij direct al heeft herkend
ze legt haar handjes op zijn schouder
geeft een kusje op zijn wang
alsof ze hem wil zeggen
het komt goed, wees maar niet bang
***
Even lijk je het te voelen
maar schudt je los, te dichtbij
die glimlach staat je prachtig
hij werkt, maar niet voor mij
Want ik zie daar die stoere jongen
al zijn vrienden om zich heen
maar van binnen zo verloren
een kleine jongen, zo alleen