Die boom.
Een bos met bomen
die hoeveelheid
is boeiend , doch aandacht versmalt snel
die ene
koninklijk verheven
midden in ’t weiland , meer in tel.
De vlakheid die
hem heeft omgeven
is mee bepalend als ik staar
naar deze kroon
van volle bladeren
gewend aan ’t vele commentaar.
Zo zal een eenling
die ontworsteld
is van de algemene ratio en cultuur
meer aandacht krijgen
bewondering oogsten
vooral de mens vol kracht en vuur.
Boom van een geest
wereldomvattend
hoog opstijgend boven ’t algemene grauw
de leider die
wij willen volgen
mits goed geaard en vol in trouw.
Zo heeft die
afgehouwen tronk eens
van Isaï zich teer ontplooit
een rijsje is
omhoog geschoten
en heeft de wereldkou ontdooid.
Hij , Zoon van God,
Die ons kwam dienen
nam kwaad en duister van ons weg
Hij staat als boom
voor ’t Huis van David
en haalt ons op uit heg en steg.
th