Mel. Gez 467. Liedboek
Vader liefde.
U , Vader , Die de Liefde schenkt
daarin uw schepsel warm gedenkt.
Die kracht geeft in het duister dal
ons doet behoeden voor de val.
Til ons uit dorre woestenij
maak ons in Uw genade vrij.
U plaatst ons op het juiste spoor
gaat ons in Uw belofte voor.
U reikt ons al het goede aan
daar waar wij wand’len in Uw baan.
Verlicht ons pad in duist’re nacht
wetend waar ons het heillicht wacht.
Uw Woord toont ons Uw
trouwverbond
waarin ik de verwond’ring vond
rond trouw en liefde die als krans
mij hier omringen in haar glans.
Die draagt mij door het kwade heen
waar alles soms verloren scheen.
Uw Geest , verkregen uit Uw Zoon
doet ons verlangen naar Uw troon
waar eeuwigheid ons is beloofd
en alle tweedracht is gedoofd.
’t Verloren paradijs herstelt
waar ’t Nieuw Jeruzalem zich meldt.
In die geheim’nis wandelen wij
in al Uw kracht, genade vrij.
Wetend dat U de paden schoont
en al Uw volheid in ons woont.
Uw Woord ons loodst naar nieuw bestaan
op naar Uw feestmaal mogen gaan.
th.