op die dagen zie ik het groene veld sidderen in ’t ademen
wit wiegt een zee van gras vogelbladeren biddende spitzen schuimend groen; flikkeren de daken hemelogend vol wasem en bruin over stuiptrekkende halmen zwijgen bomen alle dieren hun te warm vel
en daar zit ik in tijd, zie de tijd tegenover mij in ’t licht
niets is weg alles bekijk ik alsof het beelden zijn.