Elke put geeft toegang tot de afgrond.
Het doet er niet toe of hij een bodem heeft
of de indruk wekt die te hebben:
een put is altijd de opening naar het bodemloze.
Ruimte is altijd om in te vallen of te verzinken,
afwijkende structuur van de ruimte,
de put heeft één geheime
overeenkomst met de mens.
En al wordt hij volgegooid,
al wordt er een boom in geplant
of een stevig basis in gemaakt,
elke put blijft definitief:
zijn gecorrigeerde ruimte
Zal nooit dezelfde zijn.
Een put zal toch niet
het fundament van alles zijn?
Alles zal toch niet een put zijn?