Jij…..
Toen de zon onderging,
en ik in het duister dwaalde.
Verscheen jij aan de horizon.
Als een stralend licht,
aan het einde van de tunnel
Als het sprankje hoop
in de lach van een kind.
Als de gouden gloed,
van de zon die weer opkomt
na de donkere zwarte nacht
waarin ik bijna verdwaalde.