Voetje voor voetje,
stap voor kleine stap,
onzeker langs de tafelrand.
En dan, na een tijdje,
met mama mee naar buiten,
eendjes voeren aan de waterkant.
Totdat je weet,
dat je niet langer klein,
maar net zo groot bent als de wereld.
Totdat je leert,
dat je er bent,
om niet van,
maar anderen wat te leren.