Ik ben het spoor bijster
Waar ik ook kijk, daar ben ik
En uitgeput van het rennen
Eindig ik weer bij start
Kan niemand me dan helpen?
maar ook de ander, bleek ik zelf te zijn
Wanhopig zal ik zoeken blijven
Maar elke keer ga ik mezelf voorbij
Te vaak, ben ik geeindigt
Toch ben ik terug bij het begin
En omdat niks anders lijkt te werken
Schreef ik een brief, over de zin
Het gevoel dat ik wil beschrijven
Word in een wanhopige kreet gesmoord
Dus vielen mijn tranen in stilte
Door geen mens, werden ze gehoord