Zo maar.
Een houten hek
weiland en water.
Even die zit in niemandsland.
Vogels en rietruis
langs je oren
je zit alleen hier aan de kant.
Wat meerkoeten
naderen nieuwsgierig
wie indringt in hun leefgebied
wat kieften duiken
wat beledigd
je staart in een vergroend verschiet.
Gedachten dwarr’len
in deez’ruimte
verlaten je bezwaard gemoed
je ruikt de vrijheid
heel de schepping
waarin je hier jezelf ontmoet.
Een zachte zon
draagt je gedachten
de warmte daalt hier op je neer.
Je proeft de ruimte
en Gods almacht
je zorgen voel je al niet meer.
Geweldig als je
rust kunt delen
pure natuur, geëffende baan
om zo je zelf
hier terug te vinden
krachtig weer terugkeert in ’t bestaan.
th.