Toen de bus tot stilstand kwam
En een vriend's moeder er uit geraakte
Half zat van de rit
Nog snel een gebedje maakte
Vergat ik hem de groeten te doen
Of misschien was ik te verlegen
Ik zwaaide slechts met mijn hand
En had verder gezwegen
Vreemd dat ik haar herkende
Had nooit echt met haar gesproken
Ik herinner me nog hun huis
Dat steeds naar hond had geroken
Tijden veranderen
Soms traag, dan snel
Het een vergeet je
Maar jou herkende ik nog wel
Als een persoon uit
Een lang vervlogen tijd
Maar wat leek het heden toch
Toch zo eeuwig, toen