Op zoek naar een tekst
waarin hij haar kan vasthouden
zodat zij niet meer kan veranderen
put hij geliefde stijlmiddelen uit.
Alles komt dan onrustbarend dichterbij
Haar mond bestaat uit louter lippen.
Geschokt blijft hij stilstaan bij
deze vreemde gedachte; hij dorst
haar drenkplaats nooit te naderen.
En zelfs de uitputting nabij
en de mond zout van de dorst
likt hij nu de randen van de bron.
Het woord liefde dat hij heeft gevat
ontsnapt hem weer en loopt
razendsnel over naar de volgende
regel. Onwillekeurig herkennend
verraadt hij de verleden tijd.
Alles wat was, wordt lang
Geleden. Alleen wat lijdt, blijft.
En wanneer hij over haar spreekt
volgt er steeds een uitroepteken.