Op haar driewieler kan zij nog rijden
verplaatst zich vol goede moed
haar zwaartepunt is laag en vast
de fiets gekleefd aan de aarde
In een bocht, te scherp genomen
valt zij om, komt goed terecht
Ik til haar recht en streel
haar verwarde grijze haren
De glans van overmoed glimt
in haar ogen, een glimlach
splijt haar gerimpelde gezicht
zegt dat zij van mij zeker is