Als een pluimpje
veerde ze op
op naar de bergen, op naar de top
over de dallen
over de hei
over elk grassprietje dwarrelde zij
ze was een jonkvrouw
sterk en geliefd
ontmoette een man, hij was zo verliefd
en als twee pluimpjes
veerden zij op
op naar de bergen, op naar de top
Verliefdheid werd liefde
en de geboorte van vier
schatten van kinderen
gestoei en plezier
Ieder werd ouder
verlieten het nest
met hun eigen pluimpjes
hun veren, hun les
Over 't leven, de wereld
vreugde, verdriet
maar jammeren nee,
dat leerden ze niet
Moeder en vader
een ijzersterk team
vervolgden met tweeën hun tocht
soms ging het moeizaam
veel kwam die pijn
maar een uitweg werd altijd gezocht
Moeder vloog weg met haar pluimpjes naar't licht
vader zag toen voor't laatst haar gezicht
hij riep naar de hemel
achter wolken verschuild
geef haar terug
men heeft gehuild en gehuild
Herinneringen verschijnen
en mooi waren zij
haar pijn is verdwenen
ze is nu vogelvrij