Onvervalst verlangen,
er woelt een gevoel in mijn binnenste
warm dan weer koud
net een zomerdag geplaagd
door een laag drukgebied
een wolkdek waar
de hitsige zon doorheen priemt
alsof ik een pelgrim ben die lijden moet
voor het goed op het verschiet
een bliksemschicht die de donkerte
voor even verlicht vervolgens zwicht
er groeit verlangen, onvervalst
doch behangen met vragen die het hart
nauwelijks kan dragen daar zwaartekracht
haaks staat op mijn onnozele idealen
verwachtingsvol en tegelijkertijd van mijn
à propos lijk ik niet te kunnen rijmen
met wat mij bezighoudt, ben ik een contradictie
op mijn wispelturig persoon